Onderhoud blusmiddelen

Wanneer een instantie of wet eist dat u blusapparatuur plaatst, dan vindt het  onderhoud plaats volgens NEN 2559 voor brandblusapparaten of de NEN-EN 671-3 voor brandslanghaspels.

Eis tot het plaatsen van brandblusapparatuur komt veelal voort uit de Arbo wet, bouwbesluit, milieuvergunning, omgevingsvergunning of een verzekering.

In de NEN 2559 worden onderhoudsprocedures en de werkzaamheden gedetailleerd weergegeven. Onderstaand worden de stappen globaal weergegeven.

  • Jaarlijks onderhoud door een REOB-gediplomeerde controleur.
  • Vijf jaarlijks uitgebreid onderhoud en vervanging van de vulling van nat en schuimblussers.
  • Revisie na tien jaar, de blusser wordt volledig gedemonteerd en waar nodig worden onderdelen en de vulling vernieuwd, de slang, pistolen en patroon worden afgeperst en geijkt.
  • Na vijftien jaar vindt het uitgebreide onderhoud wederom plaats.
  • Na twintig jaar moeten blussers worden vervangen en buiten gebruik worden gesteld.

De NEN 2559 norm schrijft voor dat het onderhoud uitgevoerd moet worden door een bevoegd persoon. In Nederland is dat de REOB gediplomeerde onderhoudsmonteur kleine blusmiddelen in dienst bij een REOB gecertificeerd onderhoudsbedrijf.